Inleiding
Het fokprogramma beschrijft de strategie om het geformuleerde fokdoel te realiseren. Een fokprogramma bestaat uit de volgende componenten:
- Beschrijving van de informatie waarop de selectie is gebaseerd.
- methoden voor inschatting van genetische aanleg van de fokdoel kenmerken voor individuele paarden in de populatie.
- Systemen voor selectie. De doelstelling van een fokprogramma is om op korte maar zéker op lange termijn vooruitgang te boeken. Het is van belang dat met het fokbeleid voldoende genetische variatie in de populatie behouden blijft.
Informatie: Om te kunnen selecteren voor het fokdoel moet vastgesteld worden op basis van welke gegevens de selectie plaatsvindt. Eisen die gesteld worden aan selectiecriteria zijn de volgende:
- De kenmerken is het fokdoel zelf of dienen hier sterk mee te zijn gecorreleerd.
- De kenmerken moeten nauwkeurig gemeten of beoordeeld kunnen worden.
- De kenmerken moeten in een voldoende mate van erfelijkheid bepaald zijn.
In sommige gevallen zijn indirecte bronnen van informatie zinvoller dan directe informatie. Zo wordt bijvoorbeeld beweging aan de hand en vrij bewegen beoordeeld als indirecte informatiebron voor sportaanleg. De kenmerken zijn redelijk gecorreleerd en er komt veel eerder informatie beschikbaar voor (vrij-) bewegen aan de hand in vergelijking met gegevens uit de wedstrijdsport. Om dezelfde reden zijn IBOP testen voor de gebruikskenmerken als indirecte informatie van groot belang.
Exterieur
De beoordeling van het exterieur speelt bij de fokkerij van Barock Pinto paarden een grote rol. Het exterieur wordt beoordeeld in alle leeftijdsklassen, van veulens tot oudere paarden. Exterieurbeoordeling is de basis van de stamboekopname, is bepalend voor de primering en toekenning van predikaten en is een belangrijk onderdeel van de hengstenselectie. Het beoordelen van het exterieur en hierop selecteren staat ten dienste van de volgende componenten in het fokdoel:
- Raskenmerken: de beoordeling van de raskenmerken van een paard vindt plaats bij de exterieurkeuring.
- Sportaanleg: exterieurkenmerken geven informatie over de sportaanleg van een paard. De basisgangen, beoordeeld bij de exterieurkeuring, zijn van belang voor een sportpaard. Daarnaast wordt een paard (ten aanzien van de sport) beoordeeld op functionele kenmerken, met name in de bouw.
- Duurzaamheid: verschillende exterieurkenmerken (bouw en beenwerk) geven informatie over de duurzaamheid van een paard.
- De exterieurbeoordeling bestaat uit het beschrijven van 6 hoofdkenmerken (rastype, bouw, beenwerk, stap,draf en galop) en is bepalend voor de primering van een paard.
Sportaanleg
De directe informatie met betrekking tot aanleg voor gebruik in de sport wordt verkregen door de resultaten welke behaald zijn in de wedstrijdsport. Deze gegevens worden benut bij het selecteren van oudere hengsten voor de fokkerij, evaluatie van nakomelingen van stamboekhengsten, beoordelen van stambomen bij de selectie van jonge hengsten en het verlenen van het Prestatie predicaat voor merries. De gegevens vanuit de wedstrijdsport kennen een aantal beperkingen. De gegevens komen op een relatief hoge leeftijd beschikbaar. Voor de fokkerij van Barock Pinto paarden geldt bovendien dat het aantal paarden dat wordt uitgebracht in de wedstrijdsport (nog) relatief klein is. Om deze reden speelt de IBOP test een grote rol in de fokkerij van Barock Pinto paarden omdat dan op jonge leeftijd al meer informatie van het betreffende paard bekend is.
Karakter
Het karakter kan globaal in twee aspecten verdeeld worden:
- Werklust: inzet, doorzettingsvermogen en bereidheid tot het uitvoeren van het gevraagde tijdens gebruik in de diverse disciplines.
- Gebruiksgemak: dit houdt verband met de betrouwbaarheid en werkwilligheid van het paard. Beide kenmerken worden beoordeeld tijdens de IBOP test.
Gezondheidskenmerken
Het verzamelen van gezondheidskenmerken en het selecteren hierop is volop in ontwikkeling. In de komende jaren zullen gezondheidskenmerken een grotere rol gaan spelen in het fokkerijbeleid. Globaal zijn de gezondheidskenmerken te verdelen in:
- Vitaliteit (duurzaamheid en laatrijpheid)
- Vruchtbaarheid
- Ziekteresistentie
- Erfelijke afwijkingen (hengsten die drager zijn van het dwerg-gen en WFFS (Warmblood Fragile Foal Syndrome) worden vanaf 2025 niet meer goed gekeurd.)
Selectie
De essentie van selecteren is om ouderdieren aan te wijzen die de volgende generatie veulens moeten voortbrengen. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen hengsten en merries. Bij de merries vindt indirecte selectie plaats via een premie- en predicatenstelsel. Hierdoor zullen de betere merries frequenter voor de fokkerij worden ingezet. Voor de hengstenselectie zal de voorkeur gegeven worden aan zonen van goedgekeurde hengsten van erkende E.U. stamboeken met een zo hoog mogelijk percentage vreemd bloed.
Hengstenselectie
De hengstenselectie bestaat uit:
- Hengsten welke goedgekeurd zijn op de jaarlijkse hengstenkeuring op basis van afstamming, de eigen prestatie, afstammelingen en IBOP.
- Hengsten die op basis van extreem goede sportprestaties zijn ingeschreven in het stamboek.
- Hengsten van andere erkende stamboeken welke door ons stamboek erkend zijn voor onze fokkerij omdat zij van toegevoegde waarde kunnen zijn voor het fokdoel.
- Barock Pinto hengsten welke minimaal 37,5% Fries bloed voeren en voldoende platenbont zwart zijn.
- Hengsten die niet voldoen aan het gewenste percentage Fries bloed maar een grote bijdrage kunnen leveren aan het fokdoel en aan bloedverversing. Deze hengsten moeten een extra toegevoegde waarde hebben, met unieke bloedvoering (tegen inteelt bestrijding) en kwaliteit. Deze hengsten worden ingeschreven in Type XX en FB.
Hengstenkeuring
De hengstenkeuring kent een drietal bezichtigingen die allen op dezelfde dag plaatsvinden. De jury beoordeeld of een hengst door kan naar de volgende bezichtiging.
- Bezichtiging op de straat. Hier moet de hengst naast een begeleider op een harde ondergrond de stap en draf tonen. Ook wordt hier het exterieur beoordeeld.
- Bezichtiging door vrij bewegen in de baan, ook de galop wordt hier beoordeeld.
- Bezichtiging aan de hand en eindoordeel van de jury.
Binnen 3 jaar na zijn goedkeuring moet de hengst een IBOP test positief afsluiten. Deze informatie wordt ook op de website gepubliceerd. De hengstenkeuring wordt jaarlijks in Nederland georganiseerd in de periode februari -maart. De hengst moet op het moment van keuren in datzelfde jaar minstens drie jaar oud zijn. (Dit geldt ook voor verenigingen in het buitenland mits ze geen officiële organisatie hebben en de jury daar niet jaarlijks paarden keurd.)
Nakomelingen onderzoek
Hoewel het goedkeuren van (jonge) hengsten geschied op basis van de op dat moment beste informatie (afstamming en eigen prestatie), biedt dit geen garantie dat deze hengsten ook daadwerkelijk positief vererven. Om een goed beeld te krijgen over de werkelijke genetische aanleg van een hengst, moeten minimaal 20 nakomelingen beoordeeld worden. Het nakomelingenonderzoek bestaat uit het beoordelen van nakomelingen (zowel veulens als volwassen paarden), constateren van mogelijke erfelijk afwijkingen en eventuele sportgegevens van nakomelingen. Op basis van het nakomelingenonderzoek kunnen hengsten worden afgekeurd. De gegevens die voortkomen uit het nakomelingenonderzoek bieden waardevolle informatie bij de hengstenkeuze deze en worden gepubliceerd op de website.
De kwaliteit van het merrie materiaal wordt meegenomen in de eindbeoordeling. De hoofdinspecteur zal een verslag schrijven over de bevindingen van de nakomelingen.
Hengsten moeten voor de fokwaarde gemiddeld 40 punten scoren en een betrouwbaarheid hebben van minimaal 20%. De hengst wordt op wacht gezet wanneer hij niet aan de bovenstaande eisen kan voldoen. (Dus geen voldoende nakomelingen heeft of geen IBOP test heeft afgelegd.) Wanneer een hengst wordt afgekeurd of op wacht wordt gezet en de hengst toch wordt ingezet voor de fokkerij, zullen de veulens worden ingeschreven in het Voorboek in plaats van het Veulenboek.
Voor het volledige hengstenkeuring reglement verwijzen wij u naar het kopje ‘documenten – reglementen’.
Merrie selectie
Merries zonder bekende afstamming konden tot 2016 opgenomen en geregistreerd worden in één van de Voorboeken. Zij moesten dan voldoen aan de raseigenschappen en gebruikt kunnen worden voor het fokdoel. Ook werd er een DNA monster genomen. Feitelijk vond er in directe zin geen selectie van merries plaats. Van alle merries werden de nakomelingen eveneens ingeschreven, ongeacht de kwaliteit van de nakomelingen. Nu wordt er wel geselecteerd in het merriemateriaal. Door een stelsel van predicaten en premies worden merries naar kwaliteit onderscheiden. De predicaten zijn gebaseerd op de kwaliteit van de merrie (exterieur/sportaanleg) of de kwaliteit van de nakomelingen (exterieur/sportaanleg). De kwalitatief betere merries zullen meer nakomelingen voortbrengen.
De beschrijving van predicaten is beschreven in het reglement ‘registratie’.
Merries kunnen de volgende predicaten behalen, Ster 1e of 2e premie, Elite, Preferent en Prestatie
Evaluatie
Om te beoordelen of het gevoerde beleid tot het beoogde resultaat heeft geleid, moet het fokkerijbeleid geëvalueerd worden. In het geval dat de doelstellingen niet worden gehaald dient het fokkerij/selectiebeleid te worden gewijzigd. Hiermee is het fokkerijbeleid een cyclisch proces. Een hulpmiddel dat wordt gebruikt bij de evaluatie is de genetische trend voor de fokdoelkenmerken. Op basis van de gemiddelde fokwaarde voor een kenmerk per geboortejaar, kan gekeken worden of vooruitgang wordt geboekt. De foktechnische commissie bespreekt dit en stelt het bestuur op de hoogte van haar bevindingen.
Inteelt
In een open populatie als die van het Barock Pinto Studbook speelt inteelt geen belangrijke rol in het fokkerijbeleid. Feit is wel dat de inteelt binnen de populatie van het Barock Pinto paard in de toekomst toeneemt. Het Barock Pinto Studbook adviseert fokkers dan ook om voldoende vreemd bloed te blijven gebruiken in de toekomst. Door hengsten te gebruiken met Type BP en XX zullen wij ons fokdoel sneller bereiken en uiteindelijk sterkere paarden over houden.
Inteelt op paardniveau
Leden worden door het Barock Pinto Studbook geadviseerd om bij het maken van paringen, nauwe inteelt te voorkomen. De inteeltcoëfficiënt wordt berekend binnen 5 generaties maar wordt nog niet op het stamboekcertificaat vermeld. Het percentage vreemd bloed wordt wel op het stamboekcertificaat vermeld.
Onvoorziene omstandigheden
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het algemeen bestuur van het Barock Pinto Studbook. Het bestuur is bevoegd de in dit reglement genoemde termijnen te wijzigen en te verlengen.